Andrea Daems – Master in Management. IE Business School.
Reading:
Bait (Aas) by Cees Nooteboom.
Poetry can never be about me,
nor I about poetry.
I am alone, the poem is alone,
and the rest is of worms.
I stood by the streets where the words live,
books, letters, messages,
and waited.
I always waited.
The words, in light or dark forms,
turned me into a darker or lighter person.
Poems passed me
And recognized themselves as a thing.
I could see it and see me.
Never does this addiction end.
Squadrons of poems are in search of their poets.
They wander without command through the vast
district of words
and expect the bait of their perfect,
closed, poetic, made
and untouchable
form.
—
Poëzie kan nooit over mij gaan,
noch ik over poëzie.
Ik ben alleen, het gedicht is alleen,
en de rest is van wormen.
Ik stond aan de straten waar de woorden wonen,
boeken, brieven, berichten,
en wachtte.
Ik heb altijd gewacht.
De woorden, in lichte of duistere vormen,
veranderden mij in een duister of lichter iemand.
Gedichten passeerden mij
en herkenden zichzelf als een ding.
Ik kon het zien en me zien.
Nooit komt er een einde aan deze verslaving.
Eskaders gedichten zijn op zoek naar hun dichters.
Ze dwalen zonder commando door het grote
district van de woorden
en verwachten het aas van hun volmaakte,
gesloten, gedichte, gemaakte
en onaantastbare
vorm.